• Home
  • Blog
  • Regelgeving als Rem op Innovatie

Regelgeving als Rem op Innovatie

Innovatie is essentieel voor economische groei en duurzaamheid. Toch kan regelgeving – bedoeld om consumenten, milieu en veiligheid te beschermen – onbedoeld de vooruitgang belemmeren. Verouderde of starre wetgeving kan bedrijven afschrikken om te investeren in nieuwe technologieën. Een studie uit 2021 toonde aan dat zware regelgeving de totale innovatie-output met ruim 5% kan verminderen. Dit rapport onderzoekt hoe regelgeving innovatie remt, met specifieke voorbeelden uit de bioplastics-sector en duurzame materialen.

 

Hoe regelgeving innovatie kan vertragen

Hoewel regelgeving publieke belangen beschermt, kan het ook barrières opwerpen voor nieuwe technologieën. Veel wetten zijn gebaseerd op achterhaalde definities en sluiten innovatieve oplossingen uit. Dit zorgt voor onzekerheid bij bedrijven en investeerders, wat leidt tot terughoudendheid bij het ontwikkelen en opschalen van duurzame alternatieven.

Een concreet voorbeeld is de EU-richtlijn voor Single-Use Plastics (SUP). Deze richt zich op het uitfaseren van wegwerpplastics maar maakt weinig onderscheid tussen conventioneel plastic en biologisch afbreekbare innovaties. Dit leidt tot verwarring en belemmert de acceptatie van duurzame alternatieven zoals PHA (Polyhydroxyalkanoaten).

 

Bioplastics en de circulaire economie

Bioplastics zoals PHA, een door bacteriën geproduceerd en volledig biologisch afbreekbaar polymeer, kunnen een belangrijke rol spelen in de circulaire economie. PHA breekt af in natuurlijke omgevingen zonder schadelijke microplastics achter te laten, zoals bewezen in diverse studies en toegepast door bedrijven als Happy Cups. Toch valt PHA onder de SUP-richtlijn, omdat het technisch gezien onder de noemer ‘plastic’ valt, ondanks het feit dat het fossielvrij en natuurlijk geproduceerd is.

Dit regelgevingsprobleem zorgt ervoor dat innovatieve, duurzame materialen onterecht worden gelijkgesteld aan conventionele plastics. Het absurde gevolg hiervan is dat een papieren rietje – ondanks zijn slechte gebruikerservaring – als beter alternatief wordt gezien dan een biologisch afbreekbaar PHA-rietje. De focus ligt op verbieden in plaats van stimuleren van betere alternatieven. Hierdoor stagneert de ontwikkeling en acceptatie van innovatieve bioplastics, terwijl de milieuwinst juist enorm zou kunnen zijn.

 

De noodzaak van adaptieve regelgeving

Om innovatie niet te laten stokken, is een verschuiving nodig in hoe regelgeving wordt opgesteld. In plaats van rigide verboden moeten wetgevers zich richten op doelstellingen, zoals reductie van milieu-impact, en ruimte laten voor innovatieve oplossingen. Outcome-based regulering stimuleert bedrijven om de meest effectieve methoden te ontwikkelen zonder belemmerd te worden door verouderde definities.

Daarnaast is periodieke herziening van regelgeving noodzakelijk. Veel bestaande wetten zijn niet geschreven met nieuwe technologieën in gedachten. Door flexibele kaders en experimentele zones toe te staan, kan regelgeving innovatie ondersteunen in plaats van blokkeren.

 

Conclusie

Het huidige regelgevingsklimaat belemmert vaak innovaties die juist bijdragen aan milieudoelen. Bioplastics zoals PHA, gebruikt in Happy Cups, tonen aan hoe duurzame innovaties tegen bureaucratische barrières aanlopen. Om vooruitgang te stimuleren, moeten wetgevers een balans vinden tussen bescherming en innovatie. Slimmere regelgeving, die duurzame materialen ondersteunt in plaats van hindert, is de sleutel tot een werkelijk circulaire economie.